“Hoezo ga jij alwéér hardlopen?”
Ik reageerde geïrriteerder dan ik wilde.
“Je was eergisteren toch ook al? Ik wil ook wel een keer.”
Mijn man vroeg toen waarom ik dan niet ging, waarop ik antwoordde dat ik niet het gevoel heb dat daar ruimte voor is.
“Nou ga jij dan nu”, zei hij.
Ik merkte dat ik al tegenargumenten aan het verzamelen was, maar deed een stapje terug. Om bij mezelf te rade te gaan wat de reden was waarom ik niet ging hardlopen.
Ja, het klopt dat ik er geen ruimte voor voelde, maar dat verhaal maakte ik er vooral zelf van. En wat misschien wel een belangrijkere reden was, is dat ik angst voelde om weer te gaan rennen.
Ik was al een tijd niet geweest. Zou het wel lukken? Hoe hoog leg ik de lat? Zal ik falen?
Toen ik dat kon zien (en dat was binnen een minuut) besloot ik mijn hardloopkleren aan te trekken en te gaan.
Mijn man gaat met mijn dochter naar zwemles (want waarom zou ik dat moeten doen?) en ik ben gaan rennen.
En mijn man? Die gaat straks lekker een rondje als ik met mijn dochter de boodschappen doe.
Een ander kan een spiegel voor je zijn, maar je moet wel zelf in die spiegel kijken.
Goed zoals je bent
In mijn nieuwe boek “Goed zoals je bent, de psychologie van zelfvertrouwen” leg ik uit welke psychologische processen schuil gaan achter zulke belemmerende overtuigingen en een negatief zelfbeeld.
Het boek bestaat uit twee delen. In deel 1 lees je over het ontstaan van onzekerheid en de vele ballen die we hoog te houden hebben. Ik deel inspirerende, herkenbare verhalen van vrouwen (en mannen) uit mijn praktijk en deel ook mijn eigen verhaal.
In deel 2 deel ik veel inspiratie, tools en praktische oefeningen die je helpen om meer op jezelf te vertrouwen en vriendelijker naar jezelf te worden. Dat helpt om meer rust te vinden, maar ook om sterker in je schoenen te staan en meer echte verbinding met anderen te krijgen.
